‘Ik dacht
dat ga ik verzinnen'
Datum: Oktober 2021
Bas Steman, fanatiek wielrenner, voormalig journalist en vooral schrijver, wilde graag een roman schrijven en belandde hiervoor uiteindelijk bij een regressie therapeut. Puur voor onderzoek en inspiratie natuurlijk. Want reïncarnatie en vorige levens? Dat is toch bullshit?
STERRE REEUWIJK
“Vroeger wilde ik altijd dé roman schrijven. Een roman die echt ergens over ging. Over diepzinnige vragen als: waarvoor zijn we hier? En over de liefde en de dood. Dat vond ik interessant. En als schrijver wilde ik dat onderzoeken. Maar voor mijn volgende boek had ik geen idee. Het enige wat ik wist was dat ik een boek wilde schrijven over het idee dat het lichaam en een ziel een los tijdspad van elkaar hadden. En ik dacht dat ga ik verzinnen. Dus ik ging erover lezen en met mensen over praten, voor onderzoek en inspiratie. Dat leverde niet helemaal het gewenste resultaat op. Toen kwam mijn echtgenote Ariane met het idee dat ik bij mezelf te raden moest gaan, maar ik had helemaal geen zin in zweverig gedoe…
Er ging wat tijd voorbij voordat ik op een gegeven moment in een tijdschrift las over een jonge vrouw die regressietherapie deed. Ze zag er uit als een leuke vrouw en ze leek me vooral normaal. Dat vond ik betrouwbaar.
Na een tijdje waagde ik de stap om naar haar toe te gaan, puur voor informatie.
Uren lang hebben we zitten praten. Ze stelde voor dat ze graag een sessie met mij wilde doen. Dat leek mij dus helemaal niks. Ik kwam daar voor onderzoek, niet voor een of andere zweverige therapiesessie.
Maar uiteindelijk belandde ik toch op de bank bij haar, met m’n pen en opschrijfboekje, star volhoudend dat ik daar puur was voor informatie. Ik was zacht gezegd vrij sceptisch.
Na een tijdje verdween dit gevoel echter en kwam ik ineens in een ervaring van een soldaat die aan een parachute hing, met om zich heen honderden anderen en uiteindelijk sneuvelde. Dat maakte ik allemaal levensecht mee en dat was heel heftig. Er kwam tijdens die sessie gek genoeg heel veel verdriet bij mij los. Over dat ik bijvoorbeeld nooit meer tegen mensen kon zeggen dat ik van ze hield. Terwijl ik niet eens wist over wie dat ging! Het gekste was dat ik meteen wist waar dit zich allemaal afspeelde: de Ginkelse hei, september 1944.
Nadat ik weer een beetje bedaard was vroeg ze: ‘Ga eens terug naar wie je was als jongetje.’ En ik dacht ja, Jesus! Wat is dit nu weer voor gedoe. Maar toch kwamen er beelden naar voren van een wit huisje in een dorpje vlak bij zee. ‘En hoe heet je daar?’ vroeg ze. ‘Hoe moet ik dat nou weten?!’ antwoordde ik. ‘Maar als je het wel zou weten, hoe heet je dan?’
Voor een moment was ik even stil. ‘Morgan’ antwoordde ik. En dat verbaasde me want dat is nou niet een Britse naam die je iedere dag hoort.
Na de sessie was ik helemaal kapot door wat ik had gezien en gevoeld. Ik kon alleen maar janken. En ik dacht ben ik dan in een vorig leven een soldaat geweest? Dat kan toch niet? Ik ben toch gewoon Bas?
Na die sessie ging ik op onderzoek uit, eigenlijk om te bewijzen dat ik het allemaal had verzonnen.
Want in het begin had ik natuurlijk die naam en het feit dat er maar één Morgan mee deed bij die hele slag bij Arnhem. Toen dacht ik nog dat het toeval was. Maar uiteindelijk bleek dat alles tot in detail klopte! De naam, de beschrijving van het ouderlijk huis, de data waarop die soldaten gedropt waren, de datum waarop hij gesneuveld is en hoe die gesneuveld is. Zelfs onze hobby's zijn hetzelfde. Moet je voorstellen, Morgan was in de jaren dertig een arbeidersjongen die gek was op wielrennen en koersjes rijden met z’n vrienden. Nou ja, ik doe niet anders al heel m’n leven.
Uiteindelijk heb ik het ouderlijk huis van Morgan bezocht, in Wales, en ik kon meer over dat huisje vertellen dan de familie die er woonde. Ik wist bijvoorbeeld waar vroeger de trap en de deur had gezeten, terwijl ze dat zelf niet meer wisten omdat het een keer verbouwd was. Later kwamen de foto’s van 1940 tevoorschijn en het klopte precies met wat ik had gezegd.
Het was een hele maffe tijd waarin mijn leven behoorlijk op z’n kop stond. En het schrijven ging daardoor ook heel slecht, want ik zat midden in mijn eigen verhaal.
Maar uiteindelijk is het toch gelukt, dé roman schrijven. Het boek kreeg de naam ‘Morgan, een liefde’. Een boek dat tot op de dag van vandaag veel mensen raakt. Een boek over liefde en de dood.”